Champagne, prosecco en cava zijn mousserende wijnen die elk een eigen karakter en productiemethode hebben, wat hun smaak en beleving uniek maakt.

Champagne komt uit de Champagne-streek in Frankrijk en wordt gemaakt volgens de méthode traditionnelle. Hierbij vindt de tweede gisting op fles plaats, wat de wijn zijn verfijnde mousse en complexe smaakprofiel geeft, met tonen van toast, noten en rijpe vruchten. Alleen mousserende wijnen uit deze regio mogen champagne heten.

Cava uit Spanje gebruikt ook de méthode traditionnelle, maar vaak met andere druivensoorten, zoals Macabeo en Parellada. Het resultaat is een wijn met een fijne bubbel en een iets zachter, fruitiger profiel dan champagne, maar met een vergelijkbare elegantie.

Prosecco uit Italië wordt meestal gemaakt met de charmat-methode, waarbij de tweede gisting in roestvrijstalen tanks plaatsvindt. Dit proces zorgt voor een lichtere, frisse en fruitige bubbel, met smaken van appel, peer en bloemen. Prosecco is doorgaans toegankelijker en lichter dan cava of champagne.

Elk van deze mousserende wijnen heeft zijn eigen flair en is perfect voor verschillende momenten: champagne voor luxe vieringen, cava voor een verfijnde twist, en prosecco voor lichte en feestelijke gelegenheden.